Blog

05apr
2024

De Euronorm wordt opnieuw strenger: wat houdt dat in?

De Euronorm wordt opnieuw strenger: wat houdt dat in?

Om ons leefmilieu te beschermen en mobiliteit te verduurzamen, werkt Europa al sinds de jaren 90 met de Euronorm. Die krijgt om de zoveel tijd een stevige update met strengere regels, zodat autoconstructeurs aangezet worden om milieuvriendelijkere voertuigen te bouwen. Vanaf 2025 worden plug-inhybrides onderworpen aan de Euro 6e-bis-norm. En intussen bereikte Europa een akkoord over de Euronorm 7. Wat dat precies betekent, lees je hier.

Sinds september 2023 geldt de Euro 6e-norm voor nieuw gehomologeerde wagens. Deze norm wordt in drie fasen uitgerold. Zo treedt vanaf 1 januari 2025 de Euro 6e-bis-norm in werking voor nieuwe typegoedkeuringen. Deze norm zal een grote impact hebben op nieuwe plug-inhybrides (PHEV). Deze voertuigen worden vanaf dan onderworpen aan strengere testmethodes om een meer realistische weergave van hun CO2-uitstoot te verkrijgen.

Utility Factor wordt aangepast

Omdat plug-inhybrides op papier een lage CO2-uitstoot hebben, zijn ze fiscaal aantrekkelijk. Alleen is de werkelijke uitstoot van een PHEV afhankelijk van het rijgedrag van de bestuurder. Je kan met een PHEV bijna uitsluitend elektrisch rijden, maar je kan hem ook nooit opladen en altijd op brandstof rijden. Daarom wordt er bij de berekening van de uitstoot een Utility Factor (UF) toegepast. Die gebruiksfactor is afhankelijk van de elektrische actieradius. Hoe verder de auto op stroom kan rijden, hoe hoger de Utility Factor en hoe lager de vastgestelde CO2-uitstoot.

De afgelopen jaren werd echter duidelijk dat de huidige Utility Factor-curve niet representatief was. PHEV’s stoten meer CO2 uit dan de officiële uitstootwaarde volgens de curve. Daarom past de Europese Commissie deze curve nu aan, zodat het gemiddelde verbruik van PHEV’s correcter wordt weergegeven.

PHEV verliest fiscaal voordeel

Door het aanpassen van de Utility Factor zal de gemeten CO2-uitstoot fel stijgen, en in sommige gevallen zelfs verdubbelen. In een voorbeeld van de International Council on Clean Transportation (ICCT) werd duidelijk dat de uitstoot van een BMW X1 xDrive25e (oud model) van 45 gram per kilometer plots verhoogd werd tot 96 gram per kilometer. In combinatie met de eerder ingevoerde en aangekondigde fiscale maatregelen van de Belgische regering, verliest de PHEV op die manier zijn fiscaal voordeel.

Eindelijk akkoord over de Euronorm 7

Intussen werd er ook een akkoord bereikt over de Euronorm 7. Over deze norm heerst al jaren discussie tussen verschillende belanghebbenden. Milieuorganisaties willen de uitstoot zoveel mogelijk zien dalen, terwijl constructeurs liever geen al te strenge regels zien. Ook op politiek vlak zijn er verschillende kampen. Daarom sleepte het uitwerken van de Euronorm 7 al enkele jaren aan. De plenaire vergadering van het Europese Parlement keurde de nieuwe Euro 7-norm goed. Nu moet er enkel nog onderhandeld worden met de lidstaten van de Europese Unie over de definitieve wet.

Minder fijnstof

Europa wil met de Euro 7-norm de uitstoot van fijnstof en stikstofdioxide nog verder terugdringen. Vergeleken met de huidige Euro 6-norm zou de uitstoot van personenwagens maar liefst 35 procent worden verminderd. Bijzonder is dat de nieuwe norm ook regels bevat over de uitstoot van fijnstof en plasticdeeltjes die vrijkomen door de slijtage van banden en remmen. Door ook deze uitstoot terug te dringen, zou onze luchtkwaliteit moeten verbeteren.

Oorspronkelijk tegen 2025, nu tegen 2030

De eerste versie van de Euro 7-norm werd zo’n 2 jaar geleden al eens voorgesteld door de Europese Commissie. Toen was het de bedoeling dat de nieuwe normen in 2025 in werking zouden treden. Er kwam echter veel kritiek op het voorstel vanuit verschillende kampen. Het resultaat is dat de nieuwe Euro 7-norm wat minder streng is dan oorspronkelijk bedoeld. Een compromis dus. Zo zal de deadline bijvoorbeeld opschuiven. Van zodra het akkoord definitief wordt goedgekeurd, hebben fabrikanten van personenwagens en bestelwagens nog 30 maanden de tijd om aan de normen te voldoen. Voor bussen en vrachtwagens is dat 4 jaar, en kleine fabrikanten die minder dan 10 000 voertuigen per jaar produceren, krijgen tijd tot 1 juli 2030.

Een klein beetje strenger

Omdat er voor een compromis gekozen is, wordt de Euro 7-norm slechts een klein beetje strenger dan zijn voorganger. Wel zouden de emissies van fijnstof uit banden en remmen tegen 2035 met 27 procent moeten verminderen. Door deze regels zullen fabrikanten systemen moeten implementeren om de deeltjes fijnstof op te vangen. Wat die nieuwe technologieën als invloed op de prijs van voertuigen zullen hebben, is nog niet duidelijk.

De normen voor de uitstoot die de verbranding van motoren teweegbrengt, zijn amper geëvolueerd. Omdat het voor fabrikanten erg duur is om de uitstoot van ICE-voertuigen nog meer te verminderen, werd deze verstrenging stopgezet. Bovendien maakt men zich sterk dat het door de snelle elektrificatie niet nodig is om nog zwaar te investeren in technologie om verbrandingsmotoren milieuvriendelijker te maken. Tegen 2035 zouden verbrandingsmotoren in nieuwe voertuigen toch verdwijnen.