Onze experts geven u mobiliteitsadvies waar u écht iets aan hebt. Met de winter in aantocht krijgt u van ons enkele nuttige tips om uw voertuig veilig en comfortabel het koudste seizoen door te loodsen.
Voor u de baan op gaat
Nuttige uitrusting in de winter
Sommige ‘features’ zijn erg handig tijdens de winter. Houd hier zeker rekening mee als u een nieuwe wagen kiest.
Voor uw veiligheid:
- Automatische ontdooiing van de voorruit en de achteruitkijkspiegels is vooral nuttig als u 's morgens gehaast bent of geen zin heeft om eerst te krabben voor vertrek.
- Elektrochromatische achteruitkijkspiegel: gaat automatisch in 'nachtstand', zodat u niet wordt verblind door de koplampen van achterliggers. U hoeft deze spiegels niet handmatig in te stellen, waardoor ze ook niet ontregeld raken. Zowel binnen- als buitenspiegels kunnen met deze technologie uitgerust worden.
- Vierwielaandrijving is een troef voor wie op het platteland woont, vaak naar afgelegen streken moet rijden wanneer het regent, ijzelt of sneeuwt of voor wie regelmatig over modderige paden rijdt.
- Een traction control system: voorkomt dat de wielen doorspinnen.
- Koplampwissers: kunnen handig zijn tijdens een sneeuwstorm.
- Ruitenwisserontdooier: wordt onderaan de voorruit ingebouwd en zorgt ervoor dat de ruitenwissers niet beschadigd raken wanneer ze bevroren zijn.
Voor uw comfort:
- Verwarmde zetels (voor en/of achter)
- Een verwarmd stuur
- Afstandsbediening: om alvast de motor op te starten terwijl u in uw warme keuken nog even van uw ontbijt geniet. Op die manier zijn de ruiten al ontdooid en is het interieur opgewarmd wanneer u achter het stuur plaatsneemt.
Opgelet: verwarming vraagt veel energie. Hebt u een elektrische wagen? Verwarm het interieur van de auto dan voor aan de laadpaal of terwijl u de batterij van de auto volledig oplaadt.
Check uw wagen
Controleer regelmatig de volgende zaken:
- De accu: bij koude temperaturen is de accu vaak de oorzaak van startproblemen. Laat uw accu daarom tijdig controleren en vervangen indien nodig. Wanneer u toch problemen hebt bij het starten, zorg dan dat alle ‘energieslurpers’, zoals de radio en de lichten, zijn uitgeschakeld.
- De bandenspanning moet hoger zijn als uw voertuig geladen is. Check daarvoor de handleiding van uw wagen. Denk er ook aan om de druk van de reserveband te controleren voor u op wintervakantie vertrekt.
- Alle lichten: ga na of de voor-, zij- en achterlichten, de knipperlichten en de stadslichten goed werken en vrij zijn van sneeuw. Ook mistlampen zijn erg nuttig om bij slechte zichtbaarheid ongevallen te voorkomen. Achteraan zijn ze standaard, maar vooraan ontbreken ze nog vaak.
- De groeven van de banden: vervang uw banden als de profielen minder diep zijn dan 3 mm op winterbanden (en 2 mm op zomerbanden).
- Vloeistoffen: ga regelmatig na of er nog voldoende rem- en koelvloeistof in de reservoirs zit en controleer om de 1.000 km het oliepeil. Let wel op dat u het oliepeil en de koelvloeistof altijd controleert bij een koude motor.
Bescherm uw wagen tegen de vrieskou
- Bescherm uw ruiten met een antivrieszeil of overtrek wanneer u uw wagen parkeert.
- Gebruik uw handrem bij nachtvorst niet op een plat wegdek of een lichte helling. Zet uw auto in eerste versnelling of in achteruit. Zo vermijdt u dat de handrem blokkeert.
- Is het kouder dan 7 °C? Rust uw wagen dan uit met winterbanden. Bij koude temperaturen presteren die veel beter dan zomerbanden.
Enkele handige 'hacks'
- Zet uw ruitenwissers ’s nachts rechtop, zodat ze niet aan uw ruit vastvriezen.
- Veeg een laagje scheerschuim uit op de binnenkant van uw ramen zodat ze niet aandampen.
- Vul een sok met kattenbakvulling en leg die in uw wagen. Dit zal het vocht in uw wagen opnemen.
- Om te vermijden dat uw zijspiegels vastvriezen, kunt u er broodzakjes over trekken.
Haal sneeuw en ijs weg
Voor u vertrekt, is het cruciaal om alle sneeuw en ijs van de ruiten, het dak en de lichten te verwijderen. Schud ook de sneeuw van uw schoenen om te vermijden dat uw voeten van de pedalen glijden.
Gebruik een plastic ijskrabber of een ontdooispray om het ijs van uw ruiten te halen. Zorg er ook voor dat u die altijd bij de hand hebt, voor als het portier zou bevriezen en u niet in uw wagen kunt. Geen krabber bij de hand? Gebruik dan een oude bibliotheekkaart (of eender welke andere kaart).
Start uw motor op een goede manier
- Doe beter verschillende korte startpogingen, dan één lange. Bij een te lange poging kan de batterij het begeven.
- Trap het koppelingspedaal in, zodat de motor vrijer kan draaien.
- Als de auto niet meteen start, kunt u toch eens proberen de koplampen aan te steken om zo de batterij op te warmen.
- Als de auto moeilijk startte, rijdt u het best minstens 20 à 30 kilometer zodat de batterij weer helemaal oplaadt. U kunt ook eens langsgaan bij de garage om de batterij te laten controleren.
5 veelvoorkomende fouten bij het starten:
- De motor eerst warm laten draaien: dit heeft weinig zin. Bij vriestemperaturen is de motor pas na enkele kilometers rijden opgewarmd. Stilstaand laten draaien versnelt enkel de slijtage van de motor en vormt een extra belasting voor het milieu. Beter is het om de motor te starten en meteen weg te rijden, maar niet te snel.
- Gas geven bij het starten: dit verstoort het elektronisch injectie- en ontstekingsproces (bij moderne auto’s).
- Warm water gebruiken om ruiten te ontdooien: het temperatuurverschil kan de ruiten doen barsten. Het water kan bovendien aanvriezen.
- Ruitenwissers gebruiken om ijs te verwijderen: dit beschadigt niet alleen uw ruitenwissers, maar zorgt ook voor een ondoorzichtige brij op de ruiten.
- Portieren loswrikken: trek niet aan uw deuren, want zo komt het rubber los. Duw de portieren in om de ijsvorming los te maken en smeer nadien het rubber in met vet, siliconenspray of talkpoeder.
Starten met een elektrische wagen
Door de vriestemperaturen ligt het rijbereik van uw elektrisch voertuig lager dan gewoonlijk. Laat uw wagen daarom zo lang mogelijk aan de lader. Vermijd ook de cabineverwarming terwijl u niet oplaadt. Gebruik in de plaats daarvan liever de zetelverwarming of stuurverwarming. Die belasten uw batterij minder.
Veilig rijden in de winter
Op de weg
- Steek uw dimlichten aan wanneer u rijdt. Die zijn feller dan de dagrijverlichting. Tegelijk gaan ook de achterlichten branden en is uw voertuig beter zichtbaar.
- Wanneer u in winterweer rijdt, moet u op elk moment de volledige controle over uw voertuig hebben. Gebruik daarom geen cruisecontrol.
- Rij defensief: houd voldoende afstand, anticipeer tijdig, beperk het gebruik van het gas-, rem- en koppelingspedaal, ontwijk bruuske stuurbewegingen en vermijd een hoog toerental.
- Test de staat van het wegdek: probeer aan een lage snelheid de gladheid van de ondergrond uit. Zo kunt u tijdens uw rit beter anticiperen.
Remmen op glad wegdek
- Laat een grotere afstand tussen uw voertuig en het voertuig dat voor u rijdt. De remafstand op een glad wegdek is dubbel zo lang als op een droog wegdek.
- Als u niet voluit hoeft te remmen, voer dan een lichte druk uit op de remmen terwijl u ontkoppelt (bij een manuele versnellingsbak) of terwijl u de wagen in neutraal zet (automatische versnellingsbak). Bruuske bewegingen met het stuur of remmanoeuvres zijn helemaal uit den boze.
- Gaat uw wagen toch aan het slippen, druk dan uw koppeling in. Zo kan uw wagen terug grip krijgen. Laat de koppeling daarna zachtjes terug los, zodat u weer controle hebt. Het is een natuurlijke reflex om te kijken naar eventuele obstakels die u zou kunnen raken, maar doe dat niet. Kijk altijd naar de plaats waar u naartoe wil rijden.
Pech? Wat nu gedaan?
Contacteer bij pech of een ongeval ALD Automotive op het nummer +32 (0)2 706 41 41.
Voor pechverhelping bedraagt de wachttijd in België ongeveer een uur. In het buitenland is dat twee uur. Afhankelijk van de staat van het voertuig wordt de wagen gerepatrieerd of krijgt u een vervangwagen voor vijf dagen.
Ongeval aangeven?
Een schadegeval kunt u ook digitaal aangeven op damage.axus.be
Handige websites
Wegwerkzaamheden
Hier vindt u een overzicht van de belangrijkste wegwerkzaamheden:
We wensen u een goede rit. Houd het veilig!